Winterse veelzijdigheid in Valle d’Aosta

ItaliëWinterse veelzijdigheid in Valle d’Aosta

Valle d’Aosta in Italië is voor veel wintersporters een onbekende regio, hoewel namen als Courmayeur en Breuil-Cervinia ons wel bekend in de oren klinken, maar we geen idee hebben dat het de parels van het Aostadal zijn. Hoog tijd dus voor een kennismaking en een lesje ‘skitopografie’.

Het Aostadal is de kleinste zelfstandige regio van Italië en ook meteen de provincie. Het grenst deels aan Zwitserland en deels aan Frankrijk. De reden dat het Aostadal lang onbekend is gebleven wordt vooral veroorzaakt door de geïsoleerde ligging achter de hoogste bergen van de Alpen. Om er te komen vanuit het Zwitserse Wallis moet je dus wel even de Grote Sint-Bernardpas over. Geen halszaak, want tegenwoordig zoef je zo door de tunnel onder de pas door. Via Frankrijk is het Aostadal in de zomer bereikbaar via de kleine Sint-Bernardpas, maar die kent ‘Wintersperre’ dus daar heb je in het sneeuwseizoen niets aan. Het enige alternatief is de Mont-Blanc tunnel vanuit Chamonix. 

  • De Alpenstad Aosta.

Aosta, het Rome van de Alpen

Het kloppend hart van de regio is de stad Aosta. Een bezoek aan deze Alpenstad is voor ons net zo logisch als de pistes verkennen. Al was het maar om er fantastisch te eten in een van de kleine pizzeria’tjes, heerlijk te shoppen in de autovrije hoofdstraat en even op het plein bij het prachtige gemeentehuis een aperitief te drinken geserveerd met de bekende lokale ham Jambon de Bosses en het verrukkelijke spek L’Ard d’Arnad. Aosta wordt het Rome van de Alpen genoemd vanwege de vele Romeinse bouwwerken die deels goed bewaard zijn gebleven. De triomfboog van Augustus gaat terug naar de tijd dat deze keizer de stad stichtte 25 voor Christus. Het is een van best bewaarde stadsporten uit de Romeinse tijd. Ook het amfitheater is een bezoekje waard. De hele regio kent veel historie en is voor een geschiedenisliefhebber het bestuderen waard. Overal kom je oude kastelen tegen waarvan het Bard het meest indrukwekkend is. Helaas is deze gesloten voor rondleidingen in de winter.

  • De autovrije hoofdstraat in Aosta.

Winterbanden zijn geen overbodige luxe

Het is al best laat op de dag als we vanuit Aosta richting Gressoney rijden en bovendien begint het behoorlijk te regenen. Nu kennen we de weg goed en weten dat vooral de eerste tien kilometer vanuit het dal omhoog het meest tricky zijn. Smal, steil en weinig ruimte voor tegenliggers wanneer je met een camper omhoog rijdt. Daar willen we liever nog geen sneeuw op de weg. We hebben geluk, de natte sneeuw blijft niet op de weg liggen en passeren gemakkelijk het eerste deel naar Fontainemore. Maar nu komt de sneeuw wel met bakken omlaag. Rustig sturen we door en de winterbanden vinden nog voldoende grip om veilig aan te komen op camping Margherita in Gressoney achterin het Val de Lys. De ontvangst is zoals altijd weer hartelijk en al snel zijn we geïnstalleerd. Morgen een poederdag! 

  • Skiën bij Alagna.

Alagna: freeride paradis

Met de shuttle van de camping staan we in 20 minuten bij de lift. We kennen deze regio op ons duimpje. Het is niet voor niets mijn ‘all time favorite’ skigebied. We kiezen meteen voor de kant van Alagna, het freeride paradis zoals ze zichzelf noemen. En terecht. Ruige boomloze afdalingen, gletsjers, vervaarlijke rotswanden en eindeloze vergezichten zijn de beloning van een kleine hike. We nemen de lift naar Indren. Niets voor skitoeristen overigens, want een safety uitrusting is hier plicht! Lees: lawinepieper, schep, sonde en als het even kan een airbag. De stemming is opgewonden als de gondel plots boven de wolken uitkomt en de maagdelijke hellingen opdoemen aan de voet van de majestueuze Monte Rosa. Wat een berg, wat een sneeuw, wat een dag! We sluiten de afdaling af met een verse espresso en een taartje. De rest van de dag cruisen we door het gebied, lunchen op het V.I.P. dek bij Punta Jolanda waar het uitzicht zo mooi is dat je er bijna het skiën voor opoffert, laat staan hoe de kwaliteit van de pasta daar is.

  • Een verse espresso en een taartje.
Rons tipRons tip

Wanneer je verrast wil worden door een klein maar fijn skigebied, neem dan vanuit de industriewijk vlak bij het centraal station van de stad Aosta de lift naar Pila. Zo vanuit de stad de skilift in om vervolgens boven uit te stappen en te genieten van 70 kilometer perfecte pistes voor elk niveau. Vooral buiten het weekend een perfecte plek voor een paar dagen skiplezier. 

Afsteken door de poedersneeuw

Dag twee staat Champoluc op het programma. Deels over de piste en deels even met wat afsteekjes door de poedersneeuw zijn we mooi op tijd voor koffie in Champoluc. Daar heeft de directie van de bergbanen geïnvesteerd in een nieuw dalstation met alle faciliteiten. Jarenlang gebeurde er niets in dit skigebied. Hier en daar zit je ook nog in oeroude stoeltjes die piepend en krakend naar boven kruipen. Ik vind dat niet erg, ik heb dan tijd om van het uitzicht te genieten en wild te sportten, want de herten, steenbokken en gemzen lopen hier gewoon onder de lift terwijl de adelaars in de lucht zweven.

  • Voldoende plekken voor de camper.

Courmayeur, waar de Italiaan flaneert

We hoppen door naar Courmayeur, maar voordat we ons onderdompelen in de Italiaanse jet-set badderen we nog even in de thermen Pré Saint Didier. Een klassiek badhuis waar sauna’s, zwembaden, jaccuzzi’s de stramme spieren doen smelten in soepel elastiek. Maar wel op Italiaanse katholieke preutsheid, dus met zwembroek aan. We slapen op een verlaten camperplek vlakbij en in de ochtend melden we ons onder aan de lift in Courmayeur. De Mont-Blanc toremt hoog boven ons uit en het weer is prachtig. Dat belooft wederom een mooie skidag te worden. Lang leve de zuidkant van de Alpen, waar de zon gewoon vaker schijnt. 

  • De lift in Courmayeur.

Oeroude skiliftjes

We skiën van lift naar lift en het valt ons op dat het erg rustig is in het gebied. En dat is kenmerkend voor hier. De meeste Italiaanse gasten zitten nog uitgebreid aan hun ontbijtbuffet in een van de vier- en vijfsterren hotels, hebben uren nodig nodig om te kiezen welke outfit ze vandaag eens aan zouden trekken en voordat ze uiteindelijk op de piste staan is het al weer tijd om te lunchen. Ideaal voor ons skiliefhebbers, zodat we geen wachttijd hebben bij de gondel naar Youla op 2624 meter. Hier verstopt het vaak, want de gondel is uit het jaar kruik (zestiger jaren) en biedt plaats aan een handvol skiërs. Prachtig, ik houd van oeroude skiliftjes. Niks verwarmde zittingen, getint glas en wifi aan boord, maar gewoon een stalen bak met een kabel die je langzaam naar de skihemel op aarde brengt. En dat is het. We stappen over in gondel twee, die niet veel jonger is en komen op Arp 2755 meter. Efficiëntie nul, hoogtemeters nauwelijks, maar wat een uitzicht op de Mont-Blanc, het massief met meerdere gletsjers en het verstilde Val Ferret. We love it! 

  • De Mont-Blanc is de hoogste top van de Alpen.

Skyway Mont-Blanc

Freeriders herinneren zich zeker nog de oude gondel naar Punta Helbronner. Een iconische lift naar een iconische top met epische niet geprepareerde afdalingen. Nou die lift is niet meer. En daar voor in de plaats brengt de super moderne Skyway je nu omhoog. Tijdens de rit draait de grote glazen gondel 360 graden zodat je rondom een panoramisch uitzicht beleeft. En een belevenis is het. De rit is magisch van 1300 meter tot maar liefst bijna 3500 meter waar een groot uitzichtplatform je doet duizelen. Je hebt een tussenstop op 2200 meter waarbij je diep het Val Ferret en Val Veny in kunt kijken. Hier zijn twee restaurants, een bar, een filmzaal voor seminars en een wijnmakerij. 

  • De grote glazen gondel van de Skyway.
Meer over