
JamaicaMachtig mooi Jamaica: van Montego Bay naar Kingston
Met een doos vol bananenchips, tamarindeballetjes en kokossnoepjes, aloë-drank, mango-wortellimonade, heel veel water - en reggae uit de speakers - starten we ons rondje Jamaica. De eerste etappe loopt langs de noordkust bijna helemaal naar de andere kant. Naar Port Antonio, een afstand van zo’n 200 kilometer. Een groot contrast met het luxe resort in Montego Bay, waar we een dag konden uitrusten van de vlucht. Hier zien we hutjes van golfplaten, kleurige houten huizen, overstekende geiten, Jamaicanen op krakkemikkige fietsen, aangereden zwerfhonden, overwoekerde autowrakken en mensen die vanuit hun kofferbak kokosnoten verkopen.

- Even winkelen.
- © Jolanda Janssen

- Het went snel, links rijden.

- Een varken kuiert gezellig mee.

- In kleine stadjes krioelt het ineens van mensen en auto's.
- © Jolanda Janssen
Bond, James Bond
Maar bij de grotere stadjes signaleren we ook bekende fastfoodketens en is de weg oké. Links schittert de zee in het zonlicht, rechts heuvels. We klimmen hoger en hoger in de steeds dichter begroeide jungle. Het wordt ook steeds minder toeristisch. We passeren Swamp Safari Village, locatie van de James Bond-film Live and Let Die (waarin Roger Moore over de ruggen van krokodillen springt) en waar je een wandeling door het mangrovebos kunt maken. Hier staat ook een bauxiet-fabriek - naast toerisme de belangrijkste bron van inkomen voor het eiland. En we komen langs GoldenEye, het huis in Oracabessa waar Ian Fleming al zijn James Bond-boeken schreef. Het is nu een zeer luxe resort met privé-stranden.

- Monding van de Rio Grande, een van de langste rivieren van Jamaica.

- De weg langs de noordkust is prachtig.
- © Jamaica Toerist Board

- Port Antonio, ooit bananenhoofdstad van de wereld, is nu een rustige havenplaats.
- © Jamaica Toerist Board
Paradijselijke stranden
Over stranden gesproken: daarvan zijn er heel veel en ze zijn heel mooi. Maar… ze zijn bijna nooit openbaar toegankelijk omdat ze bij een hotel of restaurant horen - tot ongenoegen van veel Jamaicanen die het hoge entreegeld niet kunnen ophoesten. Dat is de realiteit. Maar als we aan einde middag bij Port Antonio het strand van Frenchmen’s Cove oplopen (een dagpas is circa 17 euro), kunnen we alleen maar naar adem happen. Het is zó paradijselijk, het water zó glashelder, het zand zó zacht… Het is een natuurlijk filmdecor. Geen wonder dat hier onder meer Knight and Day (met Tom Cruise en Cameron Diaz) en de Bond-film No Time to Die (met Daniel Craig) zijn opgenomen.

- Strandwachten hebben het niet zo druk bij Frenchmen's Cove.

- Heerlijk schommelen boven het verkoelende water.

- Frenchmen's Cove is een kleine maar superromantische baai.
Door de bergen
Tijdens de volgende etappe steken we het eiland door naar het zuiden. We gaan naar de hoofdstad Kingston en doorkruisen de Blue Mountains. Dat zijn ook écht bergen. De hoogste top is 2256 meter. Ze beweren dat je daarvandaan op een heldere dag Cuba kunt zien liggen, liefst 200 kilometer verderop. De weg kronkelt omhoog en wordt smal-smaller-smalst, vol ‘interessante’ gaten. Ziggy – ja, zo heet hij echt – is onze chauffeur en gids. Hij stuurt ons overal behendig strak langs. Helemaal geen Ziggy Zaggy. Af en toe doemt een tegenligger op en dan wordt heel wat getoeterd. Dat gaat zo: toet - ik kom eraan. Toet - ik ook. Toet - ga jij maar eerst. Toet - dank je! Toet - geen probleem. Toet – gelukt! Toet - mooi gedaan. Toet - fijne reis verder. Toet - jij ook. Vriendelijk en vrolijk, maar dit claxon-concept is geen aanrader voor ons filelandje…

- Even wachten tot de wegwerkers klaar zijn.

- Bergen zover je kunt kijken.

- Vrolijke tegenliggers.
Koffiepauze
Het is een ruig begroeid gebied, waar zich aanvankelijk de inheemse Taino’s terugtrokken en later ook de Marrons, de gevluchte Afrikaanse slaven die hier in stamverband in het oerwoud
gingen leven. Het is ook, met dank aan alle regen, een gebied met een enorme biodiversiteit, met 31 soorten vogels die alleen op Jamaica voorkomen. Naast slangen en krokodillen zijn er overigens geen gevaarlijke dieren op het eiland; wel lastige, zoals muggen. De lager gelegen hellingen staan ook bekend om de koffie, twee keer per dag komt mist opzetten die de bonen koelt. De koffie is een van de duurste ter wereld en de naam Jamaican Blue Mountain Coffee is internationaal beschermd. Het is in ieder geval precies wat we nodig hebben, constateren we bij een pauze: vol, zacht, niet bitter, aards en heel smaakvol.
Meer info? visitjamaica.com

- Of we koffie, bananen of ananas willen.

- In de Blue Mountains moet je koffie drinken bij Café Blue.

- Er wordt creatief gebouwd in de Blue Mountains.

- Lunch met uitzicht bij EITS Café in Irish Town.
Reiswijzer
Wij vlogen met Condor vanaf Frankfurt in ruim 10 uur direct naar Montego Bay. Tui, KLM en Virgin Atlantic hebben vluchten naar Jamaica met een tussenstop in Cancun of Heathrow. Een visum is niet nodig, maar voor aankomst moet je een immigratieformulier online invullen.
https://www.enterjamaica.gov.jm
De beste reistijd is van december tot en met april, in de andere maanden valt veel regen.
Koers
In september 2025 was de koers voor de lokale munteenheid, de Jamaicaanse dollar, 147,5 JA$ voor 1 euro. Er kan meestal ook met Amerikaanse dollars worden betaald. Reizen, eten en drinken is in Jamaica niet echt goedkoop. Een portie geitencurry met rijst en bonen kostte bijvoorbeeld 2500 JA$ in een populair restaurant.
Volgende keer: van Kingston via Negril terug naar Montego Bay.