Cap Corse, de noordelijke verrassing van Corsica

FrankrijkCap Corse, de noordelijke verrassing van Corsica

We roepen het al jaren: “Corsica is een prachtig eiland voor vakantie.” ‘s Ochtends wandelen in de bergen, ‘s middags snorkelen in zee. Overweldigende natuur met ruige bergen en azuurblauw water. De Corsicaanse cultuur kom je tegen in de roep om onafhankelijkheid, de taal, het eten en de muziek. Andrea Brouwer (fotografie) en Gert Contant kozen voor Cap Corse, ten noorden van Bastia.

De laatste keer in Corsica is inmiddels ruim tien jaar geleden. Toen verbleven we een maand in Calvi. Een geweldige tijd hadden we daar. Maar het toerisme neemt toe, vooral in augustus als de Italianen (samen met Fransen, Duitsers en onze landgenoten) hier massaal vakantie vieren. Wij gaan de laatste week van augustus en kiezen daarom voor een minder gebruikelijk deel van het eiland, de ‘Cap Corse’. Dit voorgebergte is 40 kilometer lang en 10 kilometer breed – ten noorden van Bastia en Saint-Florent – en aan de grillige kustlijn liggen lieflijke vissersdorpjes. We zijn benieuwd of enthousiasme stand houdt en de vakantiedrukte niet te ver is doorgeslagen op dit ‘Ile de beauté.’ En, of alles wat Corsica tot uniek eiland maakt nog steeds te vinden is.

Ferry naar Bastia

Wij reizen met de auto vanuit Nederland. Eerst - met een tussenstop - naar Livorno, waar we de ferry naar Bastia nemen. Het duurt iets meer dan vier uur voordat de contouren van Corsica plaatsmaken voor de haven van Bastia. Daarvandaan rijden we binnen het uur naar Erbalunga. De eerste 10 kilometers zien we dat het appartement-gehalte flink is toegenomen. ‘Hebben ze nu echt die hele kustlijn volgebouwd?’ vragen we ons af. Voor Erbalunga stopt de nieuwbouw en komt het authentieke Corsica met ruige kustlijnen weer in beeld. Gelukkig!

Kunstenaarsdorp Erbalunga

Erbalunga, het klinkt als een rollende golf. Als we het plaatsje binnenlopen wordt dit ook werkelijkheid. Dankzij de straffe wind krijgt dit bijna in het water gebouwde dorp er flink van langs, want in het pittoreske haventje kletsen grote rollers over de muur. Het doet niets af aan de schitterende ligging en fraaie doorkijkjes in de straatjes.

De volgende dag schijnt de zon en is er markt. In het verleden stond Erbalunga bekend als een typisch kunstenaarsdorp. Vooral schilders verbleven hier graag. Deze nijverheid vinden we vandaag de dag niet meer terug. Wel zien we op de markt echte Corsicaanse producten als beignets, gevuld met courgette of jonge geitenkaas. Er worden ook handgemaakte messen verkocht, een ander serieus kleinood voor de Corsicaan. Het dorp zelf heeft in het verleden een belangrijke positie gehad als handelscentrum voor de kaap. Er staan dan ook enorme grote huizen die soms meer lijken op paleizen. Alleen is de staat niet altijd meer up-to-date. ‘s Avonds verzamelt men zich op het plein bij de haven voor pastis, wijn, Aperol- of Cape-spritz en ijscoupes. Het maakt een bezoek aan deze schilderachtige plaats nog altijd de moeite waard.

Sentier des douaniers: wandelen langs de kust

Deze route begint in de levendige havenplaats Macinaggio, in het noordoosten van de kaap. De weg van Erbalunga naar deze plaats is werkelijk ‘scenic’; een ruige kust met prachtige uitzichten. Wie van wandelen en de zee houdt vindt in dit oude pad voor de douane een mooie combinatie. Of zoals onderweg een Italiaanse mede-wandelaar treffend zegt: ‘Ziss ize paradise’.

Waar de autoweg het binnenland inbuigt, lopen we rechtdoor de haven voorbij langs het strand. Het eerste deel van de tocht is gemoedelijk. Beetje stijgen, lekker windje uit zee en de kruidige geur van de maquis. Andrea onderscheidt tal van geuren: mirthe, venkel, munt, kerrie, jeneverbes en rozemarijn. Van alles wat, een boeket van smaak. Typisch La Corse.

Kapel van Santa Maria

Na drie kwartier komen we bij een strandtent aan. Tijd voor koffie. Daar blijkt dat je deze plek ook met de auto kunt bereiken… via een zandweg binnendoor. Na de koffiepauze wordt het hoogteverschil groter, het wordt meer en meer ‘werken’. Maar uiteindelijk bereiken we de kapel van Santa Maria. Een vervallen stenen toren staat hier in zee, wat een mooi eindpunt voor deze toch markeert. Wil je verder, de route loopt door tot aan Centuri. Daar trek je dan beter twee dagen voor uit.

Wij keren om, want we willen dezelfde dag nog terug. Wij nemen langs het kerkje een pad binnendoor: minder intensief en qua afstand een stuk korter. Eenmaal terug bij de strandtent van de koffie is deze barstensvol gasten, een geliefde lunchplek dus. Wij besluiten terug te lopen naar Macinaggio, eten rustig wat aan het water. Een heerlijke kustwandeling waar je wel zo’n tweeënhalf uur voor moet uittrekken, maar dan ervaar je dus een stukje paradijs. 

Kust of binnenland?

De behulpzame dame van het Office du Tourisme schept duidelijkheid over de ligging van de dorpen op de kaap, van oudsher gesitueerd in het binnenland. Daar woonden de Corsicanen. De kust diende als havenplaats voor de dorpen en waren zo vooruitgeschoven posten. In het binnenland vinden we opvallend grote huizen. Tijdens de crisisjaren verliet menig Corsicaan zijn eiland om in Amerika geld te verdienen. Bij terugkomst lieten ze imposante huizen bouwen van hun verworven rijkdom. Dit is de reden waarom men hier van ‘Amerikaanse huizen’ spreekt. Stilistisch geen Amerikaanse huizen, maar imposante rijke woningen uit de jaren rond de 19e en begin 20e eeuw.

Voor toeristen is de kust ‘the place to be’, reden waarom je hier vooral nieuwbouw en een minder authentieke omgeving treft. Credo: ga het binnenland in om het echte Corsica te ontdekken. Als extra tip krijgen we mee om een Cedrat-plantage te bezoeken. In Baragogna. Met de toevoeging dat je in deze tijd hier zeven dagen per week terecht kunt om deze unieke vrucht te proeven. Alleen, hebben we dan nog geen flauwe notie wat dit is…

De Kaap per auto

Vanuit Sisco rijden eerst naar Macinaggio, de plaats van de Route des Douaniers. Maar nu rijden we verder door, het binnenland in. We ervaren een weidsheid die je vanuit de landkaart niet zou verwachten. Eindeloze vergezichten met zee, landbouw en bossen en op het noordelijkste punt een molen. Deze molen is een Corsicaans symbool geworden. Vanaf de parkeerplaats loop je er in 10 minuten naar toe. Boven worden we bijna weggeblazen door de straffe wind, maar deze icoon willen we toch even van dichtbij zien. Vooral de ligging is indrukwekkend. Als we verder rijden, slingert de weg zich omhoog en wordt wat smaller. De uitzichten zijn zo mooi dat je de auto af en toe beter aan de kant kunt zetten om hiervan te genieten. Op strategische punten staan Genuaanse uitkijktorens. In Pino (nee, geen link met Sesamstraat) aangekomen, parkeren we de auto om deze rustige plaats wandelend verkennen. Een paar mannen spelen Jeu de boules, verder heerst serene stilte in dit dorp. Via trappen werken we ons omhoog om dan inderdaad van die grote Amerikaanse huizen te zien. Sommigen staan er vervallen bij, maar weerspiegelen nog de welvaart van vroeger.

Hoe smal kan een weggetje zijn?

Onderweg naar de Cedrat-plantage denken we: waarom doen we dit? We nemen de afslag vanaf de kustweg naar Baragogna, maar dat weggetje wordt wel erg klein. Het is meer een fietspad! Naast me kijkt Andrea in diepe afgronden, de hartslag gaat snel omhoog. Na 20 minuten ‘hopen dat ons niemand tegemoet komt’ arriveren we bij de plantage. En? Gesloten! Er is weliswaar een verkoopstalletje, maar verder is het net zo stil als onderweg naar boven. Toch een beetje ontdaan, vervolgen we de weg in het binnenste binnenland. Eén zekerheid hebben we, wegen kunnen altijd nóg smaller worden. Na nog eens 20 minuten ‘rijden langs de afgrond’ bereiken we de kustweg weer. Een zucht van verlichting doet de spierspanning verlagen. Oh ja, Cedrat blijkt sukade. Men maakt daar onder andere jam en likeuren van.

Zwarte zandstrand van Nonza

De kustweg volgend komen we langs mooie plaatsen als Canari en Nonza. Hiertussen vind je nog een enorm industrieel complex: een oude nikkelmijn. De zwarte stenen op het -aangelegde - strand van Nonza komen hier vandaan. In Nonza zelf krijg je automatisch de neiging om dit dorp per voet te verkennen. Parkeren is echter een ware uitdaging. Er zijn amper plaatsen voor de auto en die zijn meestal bezet.

Via Patrimonio, bekend van de - duurdere of betere - wijnen rijden we door naar Bastia, wat het eindpunt is van ons Tour du Cape. Reken voor een rondrit op de Cap Corse in totaal zo’n vier uur minimaal. 

Algemene indruk van Cap Corse

De kustlijn van dit deel van Corsica is werkelijk spectaculair. Aan de westkant beleef je de fraaiste zonsondergangen. De oostkant hebben wij als een prettige verblijfplek ervaren. Het is wat rustiger, vooral vanaf de plaats Erbalunga en hoger. Prachtige natuur, fraaie wandelmogelijkheden en heerlijk eten. Dat laatste zit duidelijk in de lift in verhouding tot jaren geleden. De toename van het toerisme heeft hier voor welvaart gezorgd, maar ook voor betere gerechten tegen een schappelijke prijs. Cap Corse is mooi voor mensen die niet willen verdrinken in de drukte van de toeristische trekpleisters op dit fotogenieke eiland.

Meer over